Ga naar de inhoud

Wonen

Wonen is van een basisbehoefte een pervers verdienmodel geworden. De koper {huurder) is de klos en betaalt de hoofdprijs. Bij nieuwbouw gaan de winsten naar de grondeigenaar, de projectontwikkelaar, projectbouwer en banken. Woningcorporaties beperken zich noodgedwongen tot de sociale huurwoningen en door de prijsstijgingen op de woningmarkt dreigt de samenleving te splijten.  

Wij zien wonen als een belangrijke maatschappelijke voorziening. 
Met woningbouw zouden inwoners gefaciliteerd moeten worden en niet de marktpartijen.

Nieuwbouw zou gerealiseerd moeten worden zonder winstoogmerk. Voor het ontwikkelen van nieuwe woonwijken kijken we niet alleen naar uitbreiding, maar ook naar het anders inrichten van de ruimte. Zo heb je bijvoorbeeld in Drachten naast het Thalenpark, en vlakbij het centrum, Dunlop. Dit zou een prachtige plek voor woningbouw kunnen zijn. Natuurlijk staat in zo’n geval de werkgelegenheid voorop maar wellicht kan verplaatsing naar een bedrijventerrein elders in Drachten voor het bedrijf ook voordelig uitpakken. 

Kosten voor energie bepalen een steeds groter deel van de woonlasten. Een deel van de inwoners heeft daardoor te kampen met energiearmoede. Vanuit het rijk wordt hiernaar gekeken, maar dat lost niet alles op. De gemeente zal actief aan de slag moeten om dit te voorkomen. Bij de energie-transitie moet het voorkomen en opheffen van energiearmoede uitgangspunt zijn. 

Hoeveel invloed heeft de gemeente: 

De gemeente kan afspraken maken met de woningbouwcorporaties en ervoor zorgen dat private projecten een positieve grondhouding kunnen verwachten. 

Hoe is het nu: 

Er is een groot tekort aan woningen. De gemiddelde wachttijd van vier jaar voor een sociale huurwoning is onaanvaardbaar. Huurprijzen leggen beslag op een groot deel van het inkomen. Voor starters is het bijna onmogelijk om een betaalbare passende woning te vinden. Doorstroming van huur naar koop stagneert. Ook is er steeds meer vraag naar alternatieve woonvormen. 

Onze keuzes: 

  • Voor alle groepen in onze samenleving wordt passende woonruimte gerealiseerd. Waar generatiebestendig mogelijk is heeft dit de voorkeur.  

  • Er is voldoende aandacht voor alternatieve woonvormen zoals Tiny Houses, groepswonen, woonwagens en kangoeroe woningen. 

  • Sociale huurwoningen worden alleen verkocht als het niet anders kan. De huurders moeten dan de woning kunnen kopen. 

  • Het aantal sociale huurwoningen wordt uitgebreid. 

  • Er worden verschillende grondprijzen gehanteerd. Lage prijzen bij sociale woningbouw en betaalbare huur- en koopwoningen. Bij luxe projecten wordt meer betaald. 

  • Het tekort aan woningen vraagt om nieuwe ontwikkelmodellen zoals een lokale ontwikkelingsmaatschappij zonder winstoogmerk. 
  • Om de woningcrisis aan te pakken moeten er meer woningen worden gebouwd. Meer woningen in de dorpen en in Drachten. 
  • Door een wijkgerichte aanpak ontstaat een versteviging van de sociale structuur.

  • Er is vraag naar levensloopbestendige woningen in dorpen. Kunnen de woningcorporaties niet aan deze behoefte voldoen dan, wordt ingezet op een alternatief zoals bouwen door een ontwikkelaar of corporaties zonder winstoogmerk. 

  • Bij herstructureringsprojecten en nieuwbouw wordt gekozen voor spiegelbeeldig bouwen om verpaupering van wijken tegen te gaan. Hierbij is sprake van een evenredige verdeling tussen (sociale) huur- en koopwoningen in verschillende segmenten.

  • Energie neutraal bouwen wordt uitgangspunt in alle wijken en dorpen. 
  • Als een corporatie in een wijk gaat verduurzamen wordt afgesproken dat zij alle in de omgeving liggende koopwoningen benaderen met een aanbod om mee te doen.
  • Huurders die in een niet of slecht geïsoleerde woning wonen worden ondersteund om energie te besparen.  
  • Eigenaren en verhuurders worden gemotiveerd om hun bezit te isoleren en energiebesparende maatregelen te nemen.