Roel, je hebt Nieske vervangen tijdens haar afwezigheid en, nadat ze had aangegeven niet meer terug te keren, heb je haar plaats ingenomen voor de rest van de periode. Hoe heb je dat ervaren?
“Heel bijzonder en eervol. Nieske was een ervaren, betrokken en zeer gewaardeerde bestuurder. Waar je als raadslid min of meer aan het eind van een proces aan zet bent ben je als wethouder vanaf het begin betrokken. Je drukt je stempel op inhoud van het beleid en de samenwerking in het college. Er is in deze anderhalf jaar veel gebeurd. Een burgemeester die vertrekt en een Laweidossier dat ineens tot ontbranding komt met het opstappen van een wethouder tot gevolg. Een lastig debat dat ik toen moest voeren in een bomvolle raadszaal. Van rustig inwerken is geen sprake geweest maar dat past me ook wel. Gelijk in het diepe en snel leren zwemmen. ”
Je bent nu wethouder en misschien in de periode 2018-2022 ook. Wat kun je voor onze kiezers betekenen?
“Je kunt echt het verschil maken. Als wethouder geef je richting aan het beleid. Dat begint natuurlijk wel bij je eigen portefeuille maar bij de start van het college heb je wel de richting bepaald en op vele onderwerpen de doelen gedefinieerd. Iedereen werkt min of meer in diezelfde geest. De samenstelling van het college is dus ook erg belangrijk. Voor mij betekent het nu, en hopelijk de komende 4 jaar ook, echt inhoud geven aan sociaal beleid door goede voorzieningen voor hen die dat nodig hebben, het aanpakken van laaggeletterdheid en schuldenproblematiek. De bureaucratische molen rond de bijstand vriendelijker maken en, binnen de beperkte ruimte die het rijk geeft, mensen meer eigen verantwoordelijkheid geven en niet alleen regeltjes handhaven. Ook zorgen voor economische ontwikkeling. Bedrijven naar Smallingerland halen en een sterk en aantrekkelijk centrum met samenwerkende ondernemers, zorgen voor voldoende werk, goede voorzieningen en bereikbare zorg voor ons allemaal.”
Wat worden volgens jou de belangrijkste punten in de komende campagne?
“Iedereen verwacht dat die over de koopzondag zal gaan, maar dat kon best eens meevallen.
Ik verwacht dat het meer zal gaan over de vraag of we ons sociale beleid overeind kunnen houden en hoe we voldoende werk voor mensen met een lagere opleiding kunnen krijgen. Maar ook hoe we mensen meer betrokken en verantwoordelijk kunnen maken bij de zorg. Hoe we meer sámen met mensen kunnen gaan doen in plaats van vóór de mensen. Ik verwacht ook discussie over wat we als gemeente willen betalen voor het in stand houden en verder ontwikkelen van cultuur en de mate waarin we willen investeren in voorzieningen als het nieuwe zwembad. Ook de dorpen zijn belangrijk. Hoe houden we daar de voorzieningen overeind, is er voldoende woningaanbod voor de vraag van vandaag.”
tekst: Cees Kuipers